Stamcel-transplantatie

Bij deze behandeling worden stamcellen gebruikt. Dit zijn cellen die uit het bloed van mensen zonder een afweerstoornis komen. Deze behandeling is niet voor iedereen geschikt.

Wat zijn stamcellen?

Stamcellen zitten in het beenmerg (het binnenste van je botten). Daar maken ze verschillende soorten andere cellen: bloedcellen en immuuncellen. Als jouw eigen stamcellen bepaalde typen bloed- en immuuncellen niet goed kunnen aanmaken, kun je mogelijk andere stamcellen krijgen. Dat noemen we een transplantatie. Hierbij worden jouw stamcellen vervangen door goede stamcellen, zodat de immuuncellen wel weer in je lichaam gemaakt worden.

Hoe krijg je stamcellen in je lichaam?

De vervangende stamcellen krijg je uit het bloed van andere mensen. Ze zitten onder andere in navelstrengbloed (het bloed uit de placenta na een bevalling). Er kan ook sprake zijn van bloeddonatie via een donor. De specifieke stamcellen die nodig zijn heten hematopoïetische (bloed) stamcellen (HSC). Er zijn twee manieren om deze stamcellen in je lichaam te krijgen.

De traditionele manier is door een beenmergtransplantatie. Hierbij wordt beenmerg van een stamceldonor afgenomen en getransplanteerd in de persoon met een afweerstoornis.

Tegenwoordig wordt meestal een andere manier gekozen: hematopoïetische stamceltransplantatie. Hierbij krijgt de donor een bepaalde behandeling waardoor de stamcellen sneller gaan groeien. Deze stamcellen zijn dan uit het bloed te halen voor transplantatie. Hierdoor is de hematopoïetische stamceltransplantatie voor zowel de stamceldonor als de patiënt veel minder belastend.

Voor wie is stamceltransplantatie geschikt?

Deze behandeling wordt niet zo vaak gebruikt en is niet voor iedereen geschikt. Stamceltransplantatie kan werken bij mensen met de meest ernstige vormen van aangeboren afweerstoornissen.